INFO

Titel: Kwaad – Nederlanders over immigranten

Auteur: Joost Niemöller

Uitgever: Van Praag, Amsterdam

Verschenen: 2017

Hoe kwamen we aan dit boek?

Gekregen van de auteur tijdens de boekpresentatie in Den Haag op 6 februari 2017.

ACHTERGROND

Joost Niemöller was in de jaren tachtig hoofdredacteur van het trendy blad ‘Vinyl’. Verder werkte hij onder andere voor Nieuwe Revu, HP/De Tijd, de Volkskrant en VARA TV Magazine. Van Niemöller zijn 7 romans uitgegeven tussen 1984 en 2010.

Niemöller zelf treedt niet graag op de voorgrond. WeAreChange.NL maakte kennis met Niemöller door zijn boek ‘MH-17 – De doofpotdeal’ (2014). Ondergetekende interviewde Niemöller over deze kwestie in 2015; Joost Niemöller; MH 17, wat klopt hier niet?

Joost Niemöller ging eerder, al in 2012, in gesprek over het thema immigratie; toen waren het de deskundigen in zijn boek ‘Het immigratietaboe, 10 wetenschappers over de feiten’ die het woord kregen. In die zin zou ‘Kwaad’ als de opvolger van dit boek kunnen worden gezien. In ‘Kwaad’ legt Niemöller op pagina 298 immers uit dat ‘de professionals’ al genoeg “voorgebakken standpunten” ten gehore hebben kunnen brengen in de mainstream media. Dit keer wilde hij een diversiteit aan Nederlanders aan het woord laten. Een boek dat in het rijtje van Niemöller pal naast deze twee boeken over immigratie zou kunnen staan is Niemöller’s ‘De verschrikkelijke Janmaat – Nederland en de Centrumpartij’ (2015)

Uitgeverij Van Praag is een uitgeverij die niet wars is van controverse. Zo bracht het de stripserie Agent Orange over Prins Bernhard uit. Andere auteurs uit de stal van deze uitgeverij betreffen o.a.: Bilderberg Gerard Aalders, PVV Fleur Agema en wijlen arabist Hans Jansen, maar ook islamleraar Abdul-Jabbar van de Ven, media-graaier Paul de Leeuw en 50+ Henk Krol.

HET BOEK

Hoofdstuk 1 is een verzameling van reacties op de moord op Pim Fortuyn in 2002. De beschreven ervaringen doen denken aan de impact van de moord op JFK. Het is een sterke binnenkomer want de politieke moord spleet Nederland in tweeën.

‘Kwaad’ is van het genre informatief/opiniërend; het behandelt de persoonlijke ervaringen in relatie tot de standpunten met immigranten van 31 individuen in Nederland. Op pagina 299 schrijft Niemöller in de Verantwoording; “Er ontstond vanzelf een selectie eigengereide persoonlijkheden die het zich niet makkelijk hebben gemaakt in het leven”. Er was geen vragenlijst, de geïnterviewden konden hun eigen verhaal vertellen (p.303). De mensen die ons worden geschetst door enkele opvallende details blijven toch redelijk anoniem. Het is echter precies genoeg om met ze mee te voelen in de human interest story kant van het boek.

‘Kwaad – Nederlanders over immigranten’ is echter een verhullende, zelfs misleidende titel. De niets vermoedende lezer denkt misschien ook te gaan vernemen over Molukkers, Grieken, Italianen, Kaapverdianen, Surinamers, Antillianen of Polen. Al worden ze wel genoemd, ook met hun specifieke problematiek, het is zeer sporadisch en dan vooral weer om het contrast aan te geven met Marokkanen en in mindere mate Turken. ‘Immigranten’ blijkt een neutrale termen te zijn waarachter de werkelijk bedoelde woorden schuil gaan; islam en Marokkanen. Niemöller stelde iedereen dezelfde openingsvraag; “Wanneer ben je geboren en waar?” Even verder schrijft hij “Het gespek was vast anders verlopen als de eerste vraag was geweest: “Wat vind je van de islam?” (p.303) Nergens uit de context blijkt echter dat hij dit cynisch bedoelt.

5881a9f78949a5-71459985

WILDERS

Wilders nam als eerste het boek in ontvangst van Niemöller, waarbij Niemöller zei het te overhandigen aan de “volgende minister-president van Nederland”. Wilders is de enige in de politiek die zich openlijk als anti-islam presenteert, iets dat het politiek correcte wereldje tekent. Wie anti-islam is, is veroordeelt tot Wilders. Hoofdstuk 27 handelt helemaal over Wilders en heeft als titel; ‘Wilders benoemt problemen die we echt hebben’ (p.259). Voorzichtiger is Niemöller in de ondertitel. “De geïnterviewden vinden Wilders het beste dat we hebben. Maar er is ook voorbehoud. Fortuyn was meer een intellectueel met een verhaal. Daarnaast: het is moeilijk om er ronduit voor uit te komen dat je op Wilders stemt.” De liefde van Niemöller voor Wilders lijkt zo te worden genuanceerd. In de Verantwoording lezen we: “Er moest sprake zijn van multicultureel ongenoegen. Het was overigens geen voorwaarde dat de betrokkenen op Wilders stemden. Al bleken verreweg de meesten dat wel te doen.” (p.298) Kritiek over Wilders is echter ook terug te vinden in het boek: “Wat me ook zo irriteert, is dat Wilders zo op een voetstuk wordt gezet. Who the fuck is Wilders? Wat heeft hij gedaan? Het is geen Pim Fortuyn, hoor!” (p.102) Dan is er ook nog een teleurstellende ervaring met de PVV waar een geïnterviewde zich keer op keer meldt, maar nooit een reactie krijgt. (p263/4) Niemöller lijkt zijn boek te hebben geschreven met de verkiezingen van maart 2017 op het oog. Dat ‘Kwaad’ voor de hand liggende promotie voor Wilders is wordt door Niemöller zorgvuldig gecamoufleerd met kritische kanttekeningen.

OORZAKEN?

Enkele symptomen van de multiculturele samenleving worden in het boek veelvuldig benoemd en benadrukt, maar hoe zit het met de oorzaken? Wanneer we over de oorzaken niets weten is het makkelijk de symptoom bestrijding over te laten aan hetzelfde soort mensen die de problemen veroorzaakten namelijk de politici. Dezelfde politici die ons de bankencrisis ook wilden voorstellen als een soort niet te voorkomen natuurverschijnsel zonder de echte oorzaken te willen benoemen.

Als contrast op het ‘voldongen feit’ van de immigratie naar ons land een blik terug naar de jaren ’50. Gerard de Boer toont op zijn website een aantal krantenartikelen over overbevolking met de oproep van de overheid om te emigreren. ‘Koningin Juliana wees er in 1950 in de troonrede op: “De sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare grond blijven een krachtdadige bevordering der emigratie eisen”’. (bron: website Gerard de Boer)

“Door té omvangrijke en snelle, van buitenaf opgelegde veranderingen kan de Nederlandse cultuur ‘wegspoelen’. De kolossale ‘omvolking’ sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is de kracht achter dit vernietigende proces.” (p.301). Door wie worden deze “van buitenaf opgelegde veranderingen” opgedragen? Is dat de EU? Niemöller zegt dat hiervoor geen bewijzen zijn en haalt één van de geïnterviewden aan die zegt: “Als het gaat over de islam, kom ik op het terrein waarvan je misschien zegt: dat is conspiracy thinking, maar dat moet dan maar. Vanaf 1795 is men al bezig te plannen dat erin Europa een dictatuur moet komen. Vrijmetslaars. Je noemt ze tegenwoordig ook Illuminati. Rothschild-families. Een heel schimmig geheel. Die hebben islam nodig. De gewone Europeaan is aan vrijheid gewend geraakt door de eeuwen heen. Daar kun je heel moeilijk een dictatuur mee vestigen. De islam is daar wel heel geschikt voor. En als dat langzaam maar zeker steeds meer de meerderheid wordt…” (p.226/7)

Niemöller zelf slaat dit in de wind en wil kennelijk graag dat het geheel wordt verklaard door “werkgevers die goedkopere arbeidskrachten wilden”. Dat dit ook is wat ‘links’ opgeeft als excuus deert hem wellicht niet. De mogelijkheid dat een ‘hogere macht’ invloed zou hebben lacht Niemöller weg; “totaal geen bewijs voor”, laat hij weten in een interview tijdens de boekpresentatie. Na de oliecrisis van 1973 was het kabinet Den Uyl die ook meeging in de hogere macht van de EU door de resolutie van het “European Coordinating Committee of Friendship Societies with the Arab World” in juli 1975 actief te gaan uitvoeren. Wie de tekst van de resolutie leest komt onder andere het volgende tegen: “(…) recognising the historic contribution of Arab culture to European development, emphasising the contribution which Arab culture can still give to European countries especially in the field of human values. (…) Calls on the governments of the Nine (…) to give a higher priority to the popularisation of Arab culture in Europe.” Het zijn dit soort teksten die doorsijpelden in de samenleving door het doodzwijgen dan wel demoniseren van kritiek, het subsidiëren van onderwijs in eigen taal, etc, etc.

Is Niemöller niet naïef te denken dat er geen elite is die bepaald welke kant samenlevingen op moeten gaan zonder enige interesse in wat de bevolking wil? Is hij misschien niet ook naïef in zijn hoop dat de politiek, die slechts (de problematiek veroorzaakt en) uitvoert voor de elite, de oplossing heeft voor dit vraagstuk?

BEOORDELING

Voor wie de multiculturele samenleving kent zijn de persoonlijke ervaringen geen verrassing. Dat dit soort ervaringen niet eerder is gebundeld, na decennia ervaringen, is ergens wel opmerkelijk. In het nawoord schrijft Niemöller daarover onder het kopje ‘Media’; “Het was zo uitzonderlijk om gewone Nederlanders aan het woord te laten over de gevolgen van immigratie, dat het die enkele keer dat het wel gebeurde meteen tot protest leidde.”

Het is niet te ontkennen dat het boek een bepaalde gevoels-climax herbergt. De ervaringen die de mensen delen met de lezer liegen er immers niet om; verkrachtingen, bespuwen, vernielingen, uitschelden, uithuwelijken, moord. Uiteindelijk lijkt het resultaat van het lezen van het boek de titel te zijn. Kwaad! In de laatste hoofdstukken hoopt één geïnterviewde op een bomaanslag en dan de problemen oplossen, de ruk naar rechts dus. Daartegenover staat het beeld van verhuizen naar het buitenland met de paarden naar Zweden, alsof het daar beter is. Hierin bekruipt de lezer tegen het einde een gevoel van woede, een onderbuik gevoel.

door: Marco van WeAreChange.NL

bronnen:

‘Kwaad’ van Joost Niemöller

http://uvp.nl/

https://gerard1945.wordpress.com/2015/10/02/nederland-was-te-vol/

http://nageltjes.be/wp/wp-content/uploads/2014/04/Tekst-Resolutie-van-Straatsburg-8-juni-1975.pdf